Wat er gebeurt als je een 13e eeuws kerkgebouw centraal in je verdediging zet

Ons team heeft drie keepers. Eerlijk: da’s een voordeel. Ik heb in genoeg vijfde klasse amateurteams gezeten zónder keeper, waarbij het iedere wedstrijd weer gezeik is om wie er ditmaal op goal moet. Wie het laatst op de club is keept – dat werkt. Geloof me, je krijgt een heleboel meer chagrijnige goals tegen als je degene die gisternacht nog kogellam shoarma naar binnen stond te schuiven en daarom vandaag met de grootste kater als laatst naast zijn bed stond tegen zijn zin op goal zet. Drie keepers die keepen leuk vinden, het is in de vijfde klasse vooral een voordeel.

Maar nadelen heeft het ook. Als ze alle drie komen dan moet je er namelijk twee in het veld zetten.

Wij hebben dus Iren, hebben we het eerder over gehad, is enthousiast, en heeft laatst zowaar een punt voor ons gered. Als-ie niet keept zetten we hem op links- of rechtsback, kan-ie daar daar z’n jonge hondendrift op botvieren. Prima, hebben we het verder niet over.

Dan hebben we Sander. Is er bij de wedstrijden in principe bijna nooit, wegens werk, maar als-ie er is dan eist-ie de goal op. Zíjn goal. Hij gaat niet voetballen. Geen idee hoe dat gegroeid is, maar okay.

En dan hebben we Daan, over wie we het vandaag speciaal gaan hebben. Daan; ik heb er erg lang over nagedacht, maar de beste metafoor die ik voor Daan kan vinden is toch echt de Domtoren. Hij komt uit Utrecht en is vrij lang. Dat zijn in principe al twee Domtorenpunten. Daarnaast is Daan, gelijk de beierende Domtoren op zondagochtend, fu-cking luid. No joke. Hij scheldt niet, ’t is een nette jongen, in principe zou je het zelfs ‘coachen’ kunnen noemen. Maar by Thor, dat volume! Ik herinner me nog de paniek in Bas z’n ogen, toen Daan op oorlogskracht eens naar hem schreeuwde dat-ie moest KOANTELLUUHHHH! Je zag Bas denken: Wat bedoelt-ie? En waarom bedoelt-ie het zo hard? Is-ie boos?

Afgelopen weken viel verder op dat Daan ook steeds meer als een Domtoren begint te voetballen. We stonden, tegen de kampioen van twee jaar geleden, 1-0 voor. Zij roeien de bal richting de middencirkel, waar onze Daan kan aannemen, rustig kan terugspelen op de keeper, onbedreigd, niks aan het handje. Maar wat er gebeurt! Hij blokkeert ofzo. Z’n linkervoet denkt dat z’n rechter het gaat doen – of omgekeerd – en hij valt gewoon om. Kan ook komen omdat Daan de lenigheid heeft van een 13e eeuws kerkgebouw, maar werkelijk alles gaat mis. Hoe dat afloopt raad je natuurlijk wel: 1-1.

Dit was niet voor het eerst. Vorige week maakt-ie dus twee van dit soort fouten. In één helft. 45 minuten waarna we met 1-6 (!) achter staan. En als je denkt dat het niet erger kan: in de rust springt-ie onder de douche en fietst naar huis. I kid you not. Ik herhaal even de situatie. Die man speelt dus 45 minuten. Maakt twee gigablunders. Staat 1-6 achter. EN GAAT DAN NAAR HUIS. Wow.

♫ Laat je team … ♫ Enzovoort.

Enfin, laten we afsluiten met drie positieve punten. Punt 1: Anno is niet langer de slechtste Bunnik. Punt 2: nadat Daan vertrok is twee weken geleden nog teruggeknokt naar een meer draaglijke 6-9. En punt 3: onze Domtoren maakte afgelopen week weer een boel goed door vanuit een corner nog een goaltje mee te pikken, en we met 2-7 wonnen. Waarna hij als vanouds onder de douche het teamlied zong:

♫ Laat de bel laat de trom laat de beltrom hóóóoóóren. BVCB heeft verlóóóóóóóren!… ♫