Afscheid nemen bestaat niet

Dames en heren,

Daar ben ik weer ‘ns. Het was dan ook een eeuwigheid geleden dat ik zelf op het veld stond. Ik kon een paar keer niet, maar belangrijker: de ene na de andere tegenstander stapt eruit bij ons. We zitten nog in een competitie met 8 anderen en spelen in een ritme van 1 week wel, 4 weken niet. Noem ons Jeremiah St. Juste.

De update: we staan inmiddels derde, met vier wedstrijden meer gespeeld dan de nummer twee en een achterstand van zes punten. Die halen we niet meer in. We spelen een beetje om de Best of the rest-cup. We hebben op één team na de meeste goals gemaakt en we hebben op twee teams na de meeste tegen. Dat vat ons wel goed samen.

Zoals de meesten van mijn teamgenoten inmiddels wel weten ben ik bezig aan mijn laatste seizoen. Ik stop in hetzelfde jaar als Robin van Persie. #Fact. Maar da’s niet de reden. In dit verslag leg ik aan de hand van twee momenten in het uurtje dat ik heb meegedaan, waarna ik mezelf bekaf met een dikke geschaafde knie heb laten wisselen, uit wat wel.

We schrijven grofweg de 35e minuut, ik sta er net 5 minuten in. Linksback, ik sta ter hoogte van de middellijn, stap in, ben te laat, draai me om en zie de bal richting zijlijn rollen. Kijk, voordat ik verder ga moet je even weten dat ik als voetballer twee standen heb: aan of uit. Ik zie een bal en ik ga ervoor of ik ga er niet voor. Tactisch meelopen en krachten sparen: ik vind dat lastig. Mien bruur Guus heeft dat ook, dus misschien zit het in de family (verschillen zijn er ook tussen onze voetbalkwaliteiten, ik kop hem er zelf wel even in, terwijl Guus ze er bij de tegenstander inkopt).

Maar er zijn er meer in ons team. Vincent ik zie je. Of neem Jeroen, onze ‘spits’, dat wil zeggen, hij is al anderhalf jaar blessa. Serieus, die gozer is al-tijd geblesseerd, maar dan doet hij dus afgelopen week eventjes mee, staan we al voor, heeft-ie al een prachtgoal gemaakt vanaf de linkerkant (rustig plaatsen in de lange hoek, met gevoel), is er een duel ver op hun helft, en dan in plaats van te denken: ik doe even rustig aan met m’n schuimrubberen gewrichten en kniebanden van natte vermicelli, klapt-ie d’r bovenop en wint de bal. Twee standen. Aan of uit.

Enfin, terug naar de 35e minuut. Ik zie dus die bal rollen en denk: met een sliding kan ik die buitentrappen en anders lig ik vast hinderlijk in de weg voor die rechtsbuiten die erachteraan wil. Needless to say, ik mis die bal volkomen. Maar niet alleen dat, die gozer glij ik ook voorbij. Of nou ja, ‘glijden’. Misschien is ‘stuiteren’ een betere omschrijving van mijn “tackle”, waarna ik met een geschaafde knie buiten het veld eindig. Ter hoogte van de middellijn.

Kijk, zoiets levert heus ook wel eens balbezit op. Dat is hier even het punt niet. Het gaat om het punt dat ik maar twee standen heb. Aan of uit.

Nog zo’n moment: hullie schieten de bal via eentje van ons voorlangs onze goal. Het is de 89e minuut. We staan 4-1 voor. Ik zet weer mijn befaamde linkerknie-stuiter-stuiter-kunstgras-tackle in. Ik wil een corner voorkomen. Lukt dat? Nee. Eindig ik opnieuw buiten het veld met een nu nog dikkere geschaafde knie? Yup.

Aan en uit, snap je?

Vroeger leverde dat ook wel ‘ns blessures op. Maar tegenwoordig, jongens, wat duurt dat lang! Het is nu vier dagen later en nog pak ik als een kleine bitch de tram naar het station als ik moet werken.

Nou ja, dat dus. Mijn type spel, een wonderlijk recept van onkunde en wilskracht, levert me steeds meer blessures op en die duren me te lang. Eigenlijk hebben RVP en ik dus nog iets gemeen: we zijn allebei te oud voor ons type spel geworden.

Nu dus nog de laatste potjes van het seizoen. Doelstellingen: lol hebben, Best-of-the-rust-cup pakken, positief doelsaldo, Guus de Zwart-witte Schoen, voor de derde keer op rij het Kwiek-toernooi winnen (gaat dat eigenlijk door dit jaar? Ik heb gehoord dat je Koen Vogel mee naar huis mag nemen als je dat toernooi drie keer op rij wint), bierpotspaarrekening leeg drinken, homegrown roken met Anno, nog een paar wedstrijdverslagjes tikken en wellicht in de toekomst terugkeren bij Steeds Hooger als trainer van het team van m’n zoontje.

1 <3

Ties Joosten